Opleiding naar stoker en machinist
De Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant schreef op 11-03-1870: Bij de groote opbeuring, die ons door de zoo gunstig veranderde plaatselijke gesteldheid ten deel viel, wordt ons een tweede hulpvaardige hand toegereikt door de koningin dezer eeuw, de stoomkracht en hare hofhouding van werktuigkundigen, door wier vernuft en nieuwe uitvindingen het werk door James Watt in het begin dezer eeuw aangevangen tot eene betooverende volmaaktheid is opgevoerd.
Het opleidingsboek voor machinisten in die tijd was de “bijbel van Ewald Friedrich Scholl. Dit boek -De Gids voor Machinisten- werd voor het eerst uitgegeven in 1845!! Geschikt voor machinisten die werkzaam waren bij Poldergemalen, Fabrieken, Locomotieven en Stoombooten. Tevens geschikt tot leidraad voor Fabrikanten, Ingenieurs en Studeerenden.
Bij de elfde hoogduitsche uitgave in augustus 1891 schreef Ernst A. Brauer:
Zonder nader op de afzonderlijke wijzigingen in te gaan, moet ik toch met bijzonderen dank vermelden, dat prof. Reuleaux de oorspronkelijk door hem opgestelde schets der geschiedenis van het stoomwerktuig opnieuw heeft omgewerkt en uitgebreid. Zoo beveel ik dan het werkje ook in zijn nieuwen vorm in de welwillende ontvangst van het technisch publiek aan, tevens als aandenken aan zijn hoogst verdienstelijken samensteller Friedrich Ewald Scholl.
Achtergrond Scholl: uitzoeken.
In 1854 begon Reuleaux als ingenieur bij de Keulse machinefabriek Emil Baehrens & Co. Hier werden ketels en stoommachines gemaakt en Reuleaux werd hoofd van de ontwerpafdeling.
Het boek is vele malen in herdruk verschenen met steeds verbeteringen, uitbreidingen en betere tekeningen en afbeeldingen. Het was een zeer gevraagd boek en ook in het Nederlands verschenen.
De Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant schreef op 11-03-1870:
Bij de groote opbeuring, die ons door de zoo gunstig veranderde plaatselijke gesteldheid ten deel viel, wordt ons een tweede hulpvaardige hand toegereikt door de koningin dezer eeuw, de stoomkracht en hare hofhouding van werktuigkundigen, door wier vernuft en nieuwe uitvindingen het werk door James Watt in het begin dezer eeuw aangevangen tot eene betooverende volmaaktheid is opgevoerd.
19-08-1876: Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant
Het salaris van stoker machinist in 1877 vond ik in een advertentie:
Het vak van machinist was aanlokkelijk hoewel het matig betaald werd, maar het gaf relatief veel vrijheid. Vaak hadden machinisten dan ook een tweede baan/hobby erbij zoals verzekeringsagent of klusjesman voor de dorpelingen. Ook verkocht men vis die men bij het krooshek ving , wild (stroper) of men maakte graanmolentjes zodat men graanprodukten kon malen.
In 1882 plaatste Het nieuws van den dag een advertentie van iemand die graag op een Stoomgemaal wilde werken.
Het vak van machinist werd populair
Nieuws van den dag schreef op 1 aug 1890
Machinist-Bankwerker.
Een ervaren Machinist, tevens Bankwerker, van middelbaren leeftyd, wenschte gaarne Verplaatsing in een Inrichting, Fabriek of
Stoomgemaal. Bewijzen van bekwaamheid en solied gedrag kunnende overleggen. Brieven, onder het motto „Machinist”, worden in-
gewacht by den Boekh. J. DUPON, te Leiden.
08-10-1910: Nieuwsblad van Friesland : Hepkema’s courant
Min leeftijd stoker of machinist werd ingevoerd in 1895
.
Het vak van machinist werd veelvuldig gepromoot omdat er veel vakkundig personeel nodig was voor de steeds grotere en gecompliceerdere installaties. Via de LTS/MTS en de zeevaartscholen kon men tot machinist of werktuigkundige opgeleid worden. Heden ten dage zijn er in Nederland diverse opleidingen voor Maritiem Officier op MBO en HBO niveau.
Was men eenmaal tot machinist benoemd en men zorgde goed voor de installatie en was zuinig wat betreft kolenverbruik dan werd dit ook wel gewaardeerd door het bestuur.
De vraag was natuurlijk hoe kon men het vak leren. Men begon soms als stoker bij de ketels en werd dan bij geschiktheid als 2de machinist ingezet met de mogelijkheid om ooit hoofdmachinist te worden. Zo kwam ik in de Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant van 2 jan 1919, de benoeming tegen van J.Nijtmans. Met zijn zoon heb ik nog gesproken en hij kon nog diverse technische wetenswaardigheden vertellen.
Theorie- en Praktijk dagen voor studenten van de School voor Operationele techniek van Aventus.
https://www.youtube.com/watch?v=KDhZF_-rTYU
Interne opleiding (door Leo van Hulst)
Op stoomgemaal De Tuut wordt er heel serieus omgegaan met de installatie. Vaak denken bezoekers dat het speelgoed is waar grote mannen mee spelen, maar dat is het zeker niet. Het werken met stoom onder druk en hoge temperatuur dient met kunde en respect te gebeuren. Daarom worden de ketels gestookt door personeel dat de installatie door en door kent en dat van de uitgebreide, wettelijke regelvoering op de hoogte is. Ook is het een ware kunst om zoveel mogelijk stoom uit één kilogram kolen te halen. Dat maakt het grote verschil tussen ‘kolenopgooiers’ en echte stokers. In de winter was er een serie lesavonden over stoomtechniek en natuurlijk ook over onze ketels.
De cursisten zijn enthousiast en mailen elkaar met vragen en systeemschetsen. Wat onduidelijk is, wordt besproken en verder uitgezocht. Daar gaat veel tijd in zitten, maar dat is onze hobby. Na het behandelen van de theorie zijn de aspirantstokers er nog (lang) niet. Ook in het ketelhuis zelf moeten ze alles goed kunnen aantonen en ze lopen stage tijdens de stoomweekends.
Intern wordt er eerst een theorie-examen afgenomen en moet er eventueel nog bijgestudeerd worden. Daarna volgt het ‘officiële’ examen waarbij ook twee gecommitteerden van buitenaf aanwezig zijn. Wanneer daarna de aspirantstoker blijk geeft (onder toezicht) de installatie zelfstandig te kunnen bedienen, mag hij zich stoker gaan noemen. Op dinsdag 8 mei 2012 werden drie aspirantstokers op De Tuut aan de tand gevoeld om te onderzoeken of ze behalve de theorie ook de praktijk beheersten.
Ketel 1 was daartoe voor het eerst dit jaar in gebruik genomen, d.w.z. het (hout)vuur in de vuurgang was aangestoken, nadat het schoorsteenkacheltje al voor voldoende trek had gezorgd. De elektrische voedingpomp zorgde voor extra circulatie. De kandidaten werden stuk voor stuk ondervraagd en blekenhun zaakjes goed voor elkaar te hebben. Ieder van hen kreeg na afloop het felbegeerde certificaat ‘Stoker’ uitgereikt. En natuurlijk werden de andere vrijwilligers na dit succes getrakteerd op gebak.
Het behaalde certificaat voor stoker op de Ketels van De Tuut.
De theoretische examens werden afgenomen door Huub Biezemans en Christoffel Heikoop. Het praktijkexamen werd afgenomen door Ad Janssen en Theo van Drumpt
Techneuten van Engie uit Rotterdam kregen dit bewijsch van bekendheid.
Het instructieboek van Stoomgemaal de Tuut.
Jaap Garsijn (de technisch coördinator van het eerste uur) heeft een instructieboek gemaakt om de techniek van de ketels en de stoommachines duidelijk te maken. Voor nieuwe vrijwilligers is dit de leidraad voor de opleiding.
Vanuit dit boek heb ik met collega Christoffel H. en Leo van H. een theorie- en praktijk lesprogramma opgesteld. Ook procedures voor het veilig handelen van de installatie zijn beschreven.
Voor een proefexamen van uw stokers kunt u met mij contact opnemen.
Voor het stokers examen had ik eindtermen opgesteld. Om een indruk te krijgen zie:
Waardering voor het vak van Stoker of Machinist in de polders van Maas en Waal.
Tot nu toe heb ik slechts een bericht over waardering kunnen vinden voor stoker Hannes van de Boom van het Dreumelsche gemaal.
zie: http://stoomgemalenmaasenwaal.nl/de-machinisten-en-stokers-van-het-dreumelsch-gemaal/
Toch kom ik in oude kranten nog wel eens een vermelding tegen.
De Arnhemsche courant meldde op 03 oktober 1908:
In de Haagsche courant stond op 14 juni 1911:
Een reglement voor het beroep van stoker anno 1887 vond ik op internet. Zie: reglement stoker machinist
Het vak van stoker was in de 19de en begin 20e eeuw populair want er was veel vraag naar. Overal (op zee en op land) waren ketelinstallaties in bedrijf en men had dus altijd mankracht nodig voor het aanvoeren en het verstoken van de brandstof. Ook op zeeschepen met stoominstallaties was deze ontwikkeling gaande en in een artikel van het blad de Blauwe wimpel las ik over de hoeveelheden.
In 1909 nam een Brits turbinepassagiersschip van 30.000ton in zijn bunkers 5000ton kolen mee. Dat werd aangevoerd met een spoortrein van 500 wagens kwaliteit best Welsh coal. Dat bracht bij 180 omw/min 70.000 pk op de vier schroeven waarbij de 190 stokers en 120 tremmers in 24 uur 1100 ton kolen in de 192 vuurmonden van 25 grote stoomketels moesten voeden. Snelheid was 26 mijl /h!!!!!
Het dreunen of brommen van stoomketels
Wachtlopen lijkt eenvoudig als alles goed loopt hetgeen meestal het geval is bij een goed onderhouden kleine of grote stoominstallatie. Toch komt het wel eens voor dat er iets in het bedrijf niet goed werkt en dat de installatie dan een voorsignaal geeft in de vorm van een geluid, geur, trillingen.
In het blad de Ingenieur uit 1904 stond een artikel van J.C. Dijkxhoorn over het Dreunen of brommen van Stoomketels.